Zelfrijdende trucks in Zeeland de weg op

De techniek om containers zonder chauffeurs te verplaatsen en te vervoeren, is er al. Maar veilig tussen het andere verkeer manoeuvreren en rekening houden met andere weggebruikers en verkeerssystemen, dat is een flinke uitdaging. Een consortium van Zeeuwse en Brabantse partners gaat hem aan. Zeeland is de eerste provincie waar zelfrijdende vrachtwagens bij wijze van proef de openbare weg op gaan.

Het project draagt de naam “Living Lab Autonoom Transport Zeeland” en is een initiatief van innovatienetwerk Zeeland Connect. “Autonoom vervoer in de logistieke sector zal een grote impact gaan hebben op ons dagelijks leven”, verwacht interim projectleider Rubin van der Linde. “Denk bijvoorbeeld aan een grotere veiligheid op de weg en vermindering van fileproblemen.”

De toekomst van veilig en efficiënt verkeer ligt in autonoom vervoer

Project: Living Lab Autonoom Transport

Projectpartners:

NV REWIN West-Brabant, Mepavex Logistics, VDL Steelweld, OCT BV, Verbrugge Terminals BV, Van Keulen Transport BV, MSP Sorteerbedrijf BV, Economische Impuls Zeeland, Terberg Benschop, Kloosterboer Vlissingen, Stichting HZ University of Applied Sciences, Nort Sea Port Netherlands, Provincie Zeeland

Looptijd:

1 november 2019 – 31 december 2022

Financiering:

Zeeuwse pioniersmentaliteit

We spreken Van der Linde vanuit zijn huidige woonplaats in Nieuw-Zeeland. Het tijdsverschil van twaalf uur nemen we op de koop toe. Innovatie houdt zich immers niet aan tijdzones, zeker niet in de logistieke sector. Wat opvalt is de pioniersmentaliteit bij Van der Linde. Vol passie vertelt hij over het Zeeland Connect netwerk, waarin overheid, kennisinstellingen en private partijen gezamenlijk de missie aangaan om de concurrentiekracht van de logistiek in Zeeland te versterken.

“Dit project is de vrucht van de innovatielijnen die wij als consortium in 2019 hebben opgezet. Ons doel is om de regio als dé innovatiehub voor autonoom vervoer op de kaart te zetten. Zeeland biedt de ruimte en de logistieke setting, met korte lijnen tussen de overheid en het bedrijfsleven, om dit soort experimenten uit te voeren. Met het living lab bieden wij het MKB de mogelijkheid om hun R&D versnellen en hopen wij buitenlandse partners naar Nederland te halen”. Volgens Van der Linde kijken de grote technologiebedrijven van deze wereld nu al vol belangstelling naar de regio. “Dat versterkt onze concurrentiepositie en het biedt jongeren de kans om zich aan de regio te binden. Deze broedplaats voor autonoom vervoer is echt een win-winsituatie”.

Geen beren op de weg

Van een simpele rij-taak op een proeflocatie tot zelfrijdend transport op de openbare weg, het is nogal een stap, zo erkent Van der Linde. Het living lab richt zich op een breed scala aan innovaties die nodig zijn om de voertuigen in een logistieke operatie veilig en rendabel te kunnen inzetten op de openbare weg. Dus onder reële omstandigheden. Het living lab is een real-life omgeving, geen geïsoleerde en volledig gecontroleerde testbaan. Het omvat onder meer een openbaar traject van ca. 3 kilometer tussen twee projectpartners. Daar komt van alles bij kijken. Van der Linde beschrijft verkeerssituaties als sluitende spoorbomen en een plots overstekende fietser. Maar ook aan de interactie met andere logistieke systemen en snelle dataverbindingen moet gedacht worden. Ondanks de grote uitdaging ziet hij geen spreekwoordelijke beren op de weg. “Een autonoom rijdend voertuig heeft allerlei sensoren en camera’s maar dat is toch net wat anders dan een ouderwets handgebaar of oogcontact. Daar gaan we mee aan de slag. Het moet tot in de puntjes kloppen”.

Safety First

Gevraagd naar de veiligheid van de overige weggebruikers is Van der Linde stellig: “Safety first”, zo klinkt het aan de andere kant van de lijn. “De systemen leren razend snel. Ze herkennen een situatie en onthouden dat. De techniek is bij een volgende situatie in staat om vroegtijdig te anticiperen”. Het is net als leren fietsen: oefening baart kunst. Volgens Van der Linde zal autonoom vervoer in de toekomst bij gaan dragen aan een drastische daling van het aantal verkeersongelukken. “Er zijn jaarlijks teveel verkeersslachtoffers te betreuren en helaas stijgt dat aantal weer, na jaren van daling. 90% wordt veroorzaakt door menselijk toedoen. Het is tijd om daar verandering in te brengen. De toekomst van veilig en efficiënt verkeer ligt in autonoom vervoer”.

Een gemêleerd gezelschap met een missie

Wat in het project opvalt, is de brede coalitie: van de koplopers op het gebied van zelfrijdende voertuigen, vooruitstrevende partners uit de logistieke dienstverlening en een kennisinstelling tot en met een uien-sorteerder en de havenbeheerder. Samen hebben ze één doel: het vervoer van A naar B zo efficiënt, veilig en goedkoop mogelijk inrichten voor de toekomst. Ook de rol van de overheid als facilitator wordt gewaardeerd. Van der Linde: “Nederland heeft grote ambities in de ontwikkeling en toepassing van autonoom vervoer. Met het vroegtijdig betrekken van verschillende overheidslagen, zien wij een échte wil om samen te werken. Dat is ook nodig, want zonder zaken als een ontheffing of inzicht in de infrastructuur komt een zelfrijdend voertuig geen stap vooruit”.

Het fundament voor het living lab wordt gelegd door concrete cases die door logistieke bedrijven in Zeeland en West-Brabant ingebracht worden. Gevraagd naar de noodzaak voor autonoom vervoer in de logistiek noemt Van der Linde verschillende factoren. De marges staan onder druk en er heerst al jaren een krapte op de arbeidsmarkt. Daarnaast ontwikkelt de techniek zich razend snel. “Wij willen het MKB de kans geven om te innoveren en mee te gaan in de ontwikkeling naar autonoom vervoer, voordat de techniek ze rechts inhaalt. Innoveren is noodzaak”.

OPZuid: het duwtje in de rug

Van der Linde is positief over de te verwachten resultaten.  “Dat dit consortium op deze manier de schouders eronder zet, is mede de verdienste van het OPZuid-programma. Zonder dit duwtje in de rug hadden wij de partners nooit allemaal om tafel gekregen. We pakken deze kans met beide handen aan, want dat we dit soort dingen opzetten, heeft weer een aanzuigende werking voor andere innovatieve projecten en dat is goed voor de regio.”