Programma Just Transition Fund (JTF)

Europees fonds voor een rechtvaardige transitie

Programma Just Transition Fund (JTF)
Europees fonds voor een rechtvaardige transitie

Documenten
Hier vindt u o.a. alle benodigde documenten voor uw projectaanvraag en projectbeheer.

FAQ
Hier vindt u antwoord op de meest gestelde vragen met betrekking tot het OPZuid programma.

Projecten
Bekijk hier alle OPZuid projectbeschrijvingen, projectinformatie en statistieken.
Specifieke regio’s en mensen in staat te stellen om te gaan met de sociale, economische en milieueffecten van de transitie naar een klimaatneutraal Europa
Just Transition Fund (JTF)
Als onderdeel van de ‘Green Deal’ heeft de Europese Commissie in januari 2020 het voorstel voor een Just Transition Mechanism (JTM) gepresenteerd. Het doel is om regio’s die sterk afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen, financiële en praktische hulp te bieden in de energietransitie. Onderdeel van het JTM is het Just Transition Fund (JTF). Het Just Transition Fund heeft als hoofddoel om specifieke regio’s en mensen in staat te stellen om te gaan met de sociale, economische en milieueffecten van de transitie naar een klimaatneutraal Europa. Het fonds financiert diversificatie en modernisering van de plaatselijke economie en verzacht de negatieve gevolgen voor de werkgelegenheid.
Het transitiefonds ondersteunt gebieden die het zwaarst door de overgang naar klimaatneutraliteit worden getroffen en voorkomt dat de regionale verschillen binnen de Europese Unie groter worden. Om Europa in 2050 volledig klimaatneutraal te maken zal op de lange termijn afscheid genomen moeten worden van emissie-intensieve industrieën, wat gepaard gaat met grote sociaaleconomische uitdagingen. Het transitiefonds biedt kwetsbare gebieden hiervoor financiële steun.
Het Just Transition Fund (JTF) zet in op drie sporen:
- Arbeidsmarkt;
- Innovatie;
- Investeringen in technologie, systemen en infrastructuur in de geselecteerde JTF-gebieden.
De geselecteerde JTF-gebieden (COROP) in Zuid-Nederland zijn:
- West-Noord-Brabant;
- Zeeuws-Vlaanderen – Vlissingen Oost;
- Zuid-Limburg (Chemelot Campus).
Het totale JTF budget voor Nederland bedraagt circa € 630 miljoen in de komende programmaperiode. De aangewezen gebieden in Zeeland, Noord-Brabant en Zuid-Limburg ontvangen ieder circa € 60 miljoen om uit te zetten gedurende de komende programmaperiode.
De verdeling van de middelen is als volgt:
Middelen arbeidsmarkt
De helft van de beschikbare middelen is gereserveerd voor arbeidsmarkt. Het gaat daarbij om het creëren van nieuwe werkgelegenheid, bijscholing en omscholing van werknemers en werkzoekenden, hulp bij het zoeken naar werk voor werkzoekenden en actieve integratie van werkzoekenden. Hierbij ligt extra focus op jongeren.
Middelen innovatie
De middelen voor innovatie gaan naar projecten die leiden tot economische diversificatie, modernisering en omschakeling.
Middelen investeringen in technologie, systemen en infrastructuur in de geselecteerde JTF-gebieden
De middelen voor investeringen in technologie, systemen en infrastructuur gaat het om de “hardware” die nodig is voor de transitie.
Huidige stand van zaken:
Op 22 maart 2022 is het Nederlandse JTF plan voorgelegd voor de formele beoordeling door de Europese Commissie. Op het moment van schrijven wordt er gewacht op de uitkomst hiervan. De uitkomst bepaalt het verdere verloop van de openstellingen. Indien alles volgens planning verloopt, opent de eerste openstelling naar alle waarschijnlijkheid in het najaar van 2022.

De regio West-Noord-Brabant is voor het JTF onderverdeeld in twee COROP-gebieden:
- Noordwestflank als ‘kerngebied’ voor de transitie
In het aaneengesloten gebied van de gemeenten Geertruidenberg, Drimmelen, Moerdijk, Steenbergen en Bergen op Zoom liggen het chemisch
complex Moerdijk, de Amercentrale en de Green Chemistry Campus (Bergen op Zoom). Hier is de chemische industrie en fossiele energie geconcentreerd, en zijn de effecten van de klimaattransitie het grootst. Uit de banenanalyse blijkt dat de chemie in dit kerngebied sterk vertegenwoordigd is. Er bevinden zich hier ca. 3.700 banen in de chemie; 4,6% van de totale werkgelegenheid van de regio. De energie-intensieve industrie als geheel is met ca. 10.000 banen goed voor 12,5% van de werkgelegenheid in het kerngebied. Het JTF richt zich in dit gebied op de sociaaleconomische gevolgen van het verdwijnen van deze banen als gevolg van de klimaattransitie. - Overige deel COROP-regio als ‘ruimere cirkel’:
Hierbij gaat om de overige gemeenten in het COROP-gebied. Hoewel de chemie hier niet primair gevestigd is, worden de sociaaleconomische effecten
van de transitie hier wel gevoeld. Immers is de regio één ‘Daily Urban System’ en werken mensen uit de gehele regio (en daarbuiten) in de chemie. Ter illustratie: 23% van de werknemers in het kerngebied wonen in het overige deel van West-Noord-Brabant (± 19.000 personen). Als er banen in Moerdijk of Geertruidenberg verdwijnen, heeft dat dus ook hier effect.
De inzet van het JTF in de regio West-Noord-Brabant valt uiteen in drie sporen:
- Vernieuwing en versterking van de regionale economie (met focus op proces- en productinnovatie in de biobased en circulaire chemie).
- Investeringen in technologie, systemen en infrastructuur (met focus op duurzame
infrastructuur (te weten elektrificatie, CO2-infrastructuur en circulaire economie) als voorwaarde voor
toekomstbestendige banen in de groene chemie); - Een wendbare en weerbare beroepsbevolking (met focus op om- en bijscholing van werknemers en werkzoekenden en aantrekken van talent (in het bijzonder jongeren)).
West-Noord-Brabant heeft diverse troeven in huis die economische diversificatie en ontwikkelingskansen mogelijk maken:
– Er ligt een goede basis aan infrastructuur en verbindingen met andere chemieclusters (via spoor, wegen, en buisleidingen, en via kennisnetwerken) binnen het ARRRA-cluster, al zijn hier ook investeringen in vereist.
– Er is een sterke combinatie van wereldmarktleiders, innovatief mkb en onderwijsinstellingen in de (maak)chemie en industrie. Er ligt een stevige kennisbasis t.b.v. de transitie naar een groene chemie, met partijen en netwerken als Circular Biobased Delta, Smart Delta Resources, Green Chemistry Campus, Biorizon en Center of Expertise Biobased Economy, en met de R&D afdelingen van bedrijven.
– (West)- Brabant beschikt over sterke sectoren buíten de chemie – zoals de agri-biobased sector, de maintenance, de logistiek en High Tech Systems & Materials (HTSM) – die bijdragen aan de transitie naar een duurzame chemische industrie.
– Er bestaan aanwezige opleidingen op het gebied van techniek, chemie en ICT, met grote studentenpopulaties.
Vanuit deze troeven kent de regio ontwikkelkansen voor nieuwe, duurzame banen. De regio zet in op:
Transformatie van fossiele chemie naar groene chemie, met duurzame energiedragers en circulaire en (agro)biobased grondstoffen. De groene chemie is een bron van nieuwe, toekomstbestendige werkgelegenheid, die het verlies van fossiele banen in de chemie kan compenseren. De inzet op een biobased en circulaire chemie sluit goed aan op de inzet op de grondstoffentransitie beoogd in de RIS3 Zuid-Nederland.
– Diversificatie: de transitie naar een groene chemie vraagt om andere (groene) energievoorziening, andere procestechnologie, andere grondstoffen (biobased en circulair), ander onderhoud, veranderingen in productieketens en andere logistiek. De transitie kan daarom alléén tot stand komen in nauwe samenwerking met andere sectoren buiten de chemie. In deze sectoren ontstaat ook nieuwe werkgelegenheid als gevolg van de transitie; zodoende treedt diversificatie van de economie op. Het gaat om:
o Energiesector: met elektrificatie, productie en afname van groene waterstof als speerpunt. Rondom de Amercentrale zijn er kansen om een groene waterstofhub te ontwikkelen.
o HTSM (high tech systems and materials): toepassing van innovatieve en smart technieken ter verduurzaming van de industrie.
o ICT/data: digitalisering geldt als randvoorwaarde voor nieuwe banen in de groene chemie. Waardeketens veranderen compleet: van een lineair en centraal aangestuurd naar een circulair en decentraal model. Dit vraagt om innovaties op het gebied van digitale (smart) industrie. Er is een stevige digitale kennisbasis aanwezig in Brabant; er zijn kansen deze kennis ook in de chemie toe te passen en van daaruit breder te vermarkten.
o Agrisector: als kennispartner, producent en verwerker van biomassa als grondstof voor groene chemie.
o Logistiek: de Brabantse kennis en capaciteit in de logistiek is benodigd om logistieke processen in de circulaire chemie vorm te geven.
o Afval: expertise en capaciteit uit de afvalverwerkingsbranche is noodzakelijk voor de circulaire winning van materialen als grondstof voor de groene chemie.
o Installatie- en maintenance: installaties, systemen en infra in de groene chemie vragen om een andere vorm van aanleg en onderhoud.
o Procesindustrie: hier ontwikkelen zich nieuwe waardeketens gebaseerd op materialen en producten uit de groene chemie.
De energie- en grondstoffentransitie is van invloed op de gehele economie, maar raakt de energie-intensieve sectoren (fossiele energie, agrofood-industrie, chemische industrie, en procesindustrie) in het bijzonder. Juist in het perifere en dunbevolkte Zeeuws-Vlaanderen en Vlissingen-Oost is er het risico dat banenverlies leidt tot een negatieve spiraal van wegtrekkende inwoners en bedrijven. Om het verlies van banen op te vangen, zet de regio volop in op diversificatie en verduurzaming van de economie, om zo toekomstbestendige banen te creëren. Deze inzet richt zich op het bouwen van een waterstofeconomie, afvang, opslag, hergebruik van CO2 als verdienmodel, duurzame elektriciteit ten behoeve van elektrificatie en warmteuitwisseling. Om nieuwe banen te creëren, én deze te vullen, zijn investeringen in technologie, systemen en infrastructuur, in nieuwe kennis en innovatie en om- en bijscholing, baanbegeleiding, en sociale inclusie noodzakelijk. Dat is niet alleen vanuit economisch perspectief noodzakelijk, maar raakt juist in Zeeuws-Vlaanderen en Vlissingen-Oost ook de leefbaarheid van het gebied. Banen en inkomens zijn immers noodzakelijk om voorzieningen in stand te houden.
Het JTF in Zeeuws-Vlaanderen en Vlissingen-Oost zet in op drie sporen:
1. Investeringen in onderzoek en innovatie, met name gericht op het opschalen van productie en gebruik van groene waterstof.
2. Investeringen in het gebruik van technologie, alsook in systemen en infrastructuur
3. Bij- en omscholing van werknemers en werkzoekenden; aantrekken van talent voor de chemie en bredere techniek, toekomstbestendige arbeidsmarkt door leven lang ontwikkelen
Het opvangen van de sociaaleconomische gevolgen van de energie- en grondstoffentransitie van de chemie staat centraal in de JTF-inzet van Zuid-Limburg.
De fossiele chemie, gecentreerd op chemiecluster Chemelot, zorgt voor veel directe én indirecte banen. Veel fossiele banen gaan echter met de transitie naar een duurzame industrie verloren. Dit leidt ook tot baanverlies in andere sectoren. Ook zorgt de transitie ervoor dat er andersoortige kennis en vaardigheden aan werknemers in de chemie wordt gevraagd. Bovendien dreigt er een mismatch op de arbeidsmarkt te ontstaan: enerzijds neemt de krapte op de arbeidsmarkt toe door de klimaattransitie, met name voor technisch en ICT-personeel, anderzijds beschikken werkzoekenden niet over de juiste skills om werk te vinden.
Om deze transitie-effecten op te vangen, zet Zuid-Limburg het JTF in om nieuwe, duurzame banen te creëren, waarbij het Chemelotcluster als basis dient voor toekomstbestendige, duurzame werkgelegenheid in de groene chemie en in aanpalende sectoren (diversificatie). Daarbij ligt de focus op circulair materiaalgebruik (mechanische en chemische recycling, restafval als grondstof), biogrondstoffen en een duurzame energievoorziening (elektrificatie,
waterstof). Om binnen deze thema’s tot nieuwe banen te komen, ondersteunt het JTF de ontwikkeling en toepassing van kennis en innovatie én investeringen in benodigde technologieën, systemen, infrastructuur. Ook ondersteunt het JTF arbeidsmarktinzet gericht op een veerkrachtige en weerbare beroepsbevolking in het licht van de transitie.
Het JTF in Zuid-Limburg zet in op drie sporen:
1. Vernieuwing en versterking van de regionale economie: circulaire innovatie en toepassingen
2. Investeringen in technologie, systemen en infrastructuur: circulaire fundament
3. Een wendbare en weerbare beroepsbevolking: circulaire human capital agenda
De ministeries van Economische Zaken en Klimaat (EZK) en Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), provincies en gemeenten bundelen de krachten om gezamenlijk het JTF-programma vorm te geven en uit te voeren. Zij doen dit onder de naam Just Transition Fund, met als ondertitel: Fonds voor een rechtvaardige transitie.
Het departement Uitvoering Van Beleid (onderdeel van de directie Dienstverlening, Samenwerkingsverbanden en Uitvoering) van het ministerie van SZW vervult de rol van beheerautoriteit.
De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het JTF-programma ligt bij de regio’s Noord-Nederland, Zuid-Nederland en West-Nederland in samenwerking met Kansen voor West (West-Nederland), SNN (Noord-Nederland) en Stimulus Programmamanagement (Zuid-Nederland).
Op de hoogte blijven van het laatste nieuws?
Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief