Limburgs bedrijf werkt aan recycling van big bags met JTF-subsidie

Big bags worden gebruikt voor bulkgoederen zoals zand, cement, vissenvoer, voedingsmiddelen en nog veel meer. Het gebruik van de stevige kunststof zakken van ongeveer een kubieke meter is enorm: jaarlijks 300 miljoen kilo big bags in Europa. Hergebruik is lastig, omdat er geen retourstroom is. Recycling is daarmee een goed alternatief, aldus Marcel Alberts, directeur van Healix. Met een JTF-subsidie van 840.000 euro ontwerpt het Limburgse bedrijf een recyclinglijn waarin alle soorten big bags ongesorteerd gerecycled kunnen worden.

Marcel Alberts verkocht supersterke vezels waarvan touwen en visnetten werden gemaakt. In 2019 verkocht hij zijn bedrijf en wilde hij een maatschappelijk relevant bedrijf starten. Toen hij een foto van een schildpad zag die verstrikt was geraakt in een visnet, besefte hij ten volle hoe groot de problemen zijn met touwen en netten in de oceaan. “Ik voelde me daar best schuldig over en wilde wat voor de wereld terug doen.” Daarom startte hij een nieuw bedrijf dat afgedankte touwen en netten recyclet tot circulaire plastics. “In het logo van Healix herken je nog steeds die schildpad waarmee het allemaal begon.”

Eenvormig materiaal

Alberts opende in 2022 de deuren van zijn fabriek. Het duurde toch nog anderhalf jaar voordat de fabriek, waar inmiddels 25 mensen werken, op rolletjes liep. “Het voordeel van het recyclen van touwen ten opzichte van plastic afval van huishoudens is dat je eenvormig materiaal binnenkrijgt. In huishoudelijk plastic afval zitten vaak meer dan tien soorten plastic.” Toch betekent dat niet dat recyclen van touwen eenvoudig is. “Probleem was dat de touwen uit de visserijsector in kluwen bij ons binnenkomen, met ijzer, zand en stenen ertussen. Een ander punt was dat de aanvoer nog te klein is om de fabriek volledig te laten draaien. Inzamelaars van big bags uit Nederland, Frankrijk en Duitsland konden wel voor regelmatige aanvoer van big bags zorgen. De meeste gingen op transport naar Azië, maar de wetgeving van de EU verbiedt export vanaf 2027 naar landen buiten Europa.”

Robuust recyclingsysteem

“Als we touwen kunnen recyclen, dan kunnen we ook big bags recyclen. Dat dachten we tenminste”, lacht Alberts. “Het bleek toch wat ingewikkelder te zijn. We weten namelijk niet precies wat er in de big bags heeft gezeten. Als er melkpoeder in heeft gezeten, kan er explosiegevaar zijn. Met kunstmest moet je uitkijken voor ammoniak die vrijkomt. Zeep geeft problemen in het natwasproces. Het schuim is weleens uit onze machine gekomen. Daarnaast hebben we niet alleen het materiaal van de big bag: polypropyleen, maar ook polyester naaidraad. Bovendien zitten er vaak diverse voeringen in de big bags. Deze lining moet er van tevoren uitgehaald worden, anders krijg je een inferieur gerecycled product waarbij teveel rek op de garens zit. Kortom, we moesten een robuust recyclingsysteem hebben, waarbij het niet uitmaakt wat in de big bag heeft gezeten en van welk materiaal het is gemaakt. Én we moeten de lining er machinaal uit kunnen halen. Voor het ontwerp en testen van dit systeem gebruiken we de JTF-subsidie.”

Subsidie essentieel

“De JTF-subsidie is essentieel voor het project”, zegt Alberts. “De investeringen in recyclingfabrieken zijn vaak te groot voor ondernemers. Zonder de subsidie zou de ontwikkeling van de recyclelijn veel langer geduurd hebben, waardoor er grote kans is dat een ander bedrijf ons voor zou zijn. De subsidie helpt ook bij het over de streep trekken van financiers. De toekenning is een soort goedkeuring die vertrouwen geeft.”

Alberts vindt dat we in Europa zelf de recyclingcapaciteit moeten hebben. “Anders kunnen we sowieso de Europese ambities niet waarmaken. Maar wie gaat investeren in een industrie die niet rendabel is? Het is daarom belangrijk dat de productie van circulair plastic competitief is met ‘virgin plastic’. Door gerecycled plastic goedkoper te maken en nieuwe plastics duurder.

Concurrentiepositie

Alberts: “Er is een schrikbarende stijging in het aanbod van ‘virgin plastics’ uit het buitenland. Russische olie en gas gaan nu naar China en India waar er plastic korrels van worden gedraaid. Als reactie hierop verlagen de plasticproducenten in Europa hun prijzen, waardoor de concurrentiepositie van circulaire plastics nog slechter wordt. Het beste zou zijn als de consument de echte kosten, dus ook de maatschappelijke en milieu kosten, van plastic zou moeten betalen. Dat is zo’n tien keer meer dan hij nu betaalt. Bovendien is plastic zo goedkoop dat mensen het ook gemakkelijk weggooien. Het probleem zal alleen maar groter worden door de toegenomen welvaart in tweede en derde wereldlanden. Er wordt steeds meer plastic gebruikt en de verwachting is dat dit alleen maar groter wordt. Willen we de circulaire economie echt van de grond krijgen in Europa dan worden subsidies van bijvoorbeeld het JTF alleen maar belangrijker.”