Zeeland heeft eigen ‘Silicon Valley’ voor aquacultuur

In Zeeland zijn vooroplopende bedrijven gevestigd die al jaren bezig zijn met de ontwikkeling van een succesvolle aquacultuursector die internationaal op de kaart staat. Om de koploperspositie te behouden en te komen tot een stabiele, renderende sector is het noodzakelijk dat er grotere en snellere stappen in techniek, houderij en commercialisering gezet worden. De vereiste snelheid kan alleen worden gerealiseerd als er open en intensief wordt samengewerkt en kennis wordt gedeeld. OPZuid gaf de Zeeuwen een duwtje in de rug voor de totstandkoming van de Aqua Valley.

Twee jaar geleden sloegen Stichting Zeeschelp, Seafarm, Kingfish Zeeland, Aqua Marine en Stichting Green Shrimp Farming Foundation samen met kennisinstellingen HZ University of Applied Sciences en Wageningen University & Research de handen ineen. Ze dienden een OPZuid-aanvraag in voor project Aqua Valley en kregen ruim 1,7 miljoen euro subsidie om het te realiseren.

De samenwerking leidt tot beter en efficiënter werken en kostenbesparing en versterkt zo ieders concurrentiepositie

Project: Aqua Valley

Projectpartners:
Stichting Zeeschelp, Seafarm BV, Kingfisch Zeeland BV, Aqua Marine BV, Stichting Green Shrimp Farming Foundation, HZ University of Applied Sciences en Wageningen University & Research

Looptijd:
2 maart 2017 – 1 maart 2021

Financiering:

Specifiek vakgebied

Marco Dubbeldam, projectleider namens Stichting Zeeschelp: “De aquacultuur is een sector die technisch en economisch nog volop in ontwikkeling is. Het commercieel en duurzaam kweken van aquatische producten is echter een specifiek vakgebied waarbij een lange adem, veel onderzoek en ontwikkelingswerk van groot belang zijn. Een succesvolle aquacultuur-onderneming vraagt om een specifieke kenniscombinatie van technologie, biologie/ecologie en marktontwikkeling.”

Inspiratie

Deelname aan Aqua Valley is niet beperkt tot de initiatiefnemers. Het is de bedoeling om andere bedrijven te inspireren om zich aan te sluiten bij het Aqua Valley cluster en zich te vestigen in Zeeland. Tijdens de Dag van de Nederlandse Visserij in 2018 prees Minister Schouten het Aqua Valley project als een belangrijke visserij-innovatie, waar aquacultuurbedrijven met hun eigen specialisme samenwerken om meer kennis op te doen en die met elkaar te delen.

Openheid is de basis van de samenwerking

Ondanks dat sommige van de partijen al langere tijd samenwerkten, kwam de doorlopende kennisdeling en samenwerking niet vanzelf opgang. Het kostte tijd om een open omgeving te creëren waarin bedrijven zich vrij voelen om kennis te delen en van elkaar te leren. Inmiddels is er een cultuur van samen delen. Dit zie je onder andere terug in het feit dat bedrijven, ook buiten de werkgroepen om, bij elkaar langsgaan om materialen van elkaar te lenen en elkaar te helpen. Nieuwkomers die zich bij het samenwerkingsverband willen aansluiten zijn in eerste instantie afwachtend als ze de open cultuur ervaren en bang om zich open te stellen voor het delen van informatie. De huidige partners in het samenwerkingsverband weten echter dat de openheid hen echt een stap verder brengt. Dubbeldam zegt hierover: “Ik ben oprecht trots dat de partners tijdens de tussentijdse evaluatie unaniem aangaven positief te zijn over de toegevoegde waarde van de samenwerking en durven te zeggen wat ze willen. Ze blijven ook kritisch. Iedereen is over een drempel heengestapt. Dit leidt tot beter en efficiënter werken en kostenbesparing en versterkt zo ieders concurrentiepositie.”

Goedkope algen

Een voorbeeld van samenwerking binnen de Aqua Valley is de algenkweek. Algen zijn nodig als voedsel voor schelpdieren en als voeding voor ‘levend voedsel’ (denk aan rotiferen, roeipootkreeftjes en pekelkreeftjes) voor de vislarven. Het is een dure component binnen de kweekcyclus. Iedereen  loopt vroeg of laat tegen dezelfde vragen en onduidelijkheden aan. Geregeld leidt dat tot een kennisvraag richting de aquacultuur afdeling van HZ die dit dan verder uitzoekt.

Visvriendelijke viskweek

Een tweede voorbeeld betreft twee projectpartners die op moderne en duurzame wijze vis kweken. Dat wil zeggen, zonder chemicaliën, antibiotica of vaccins, maar met 100% groene energie en de hoogste kwaliteit biologische, niet genetisch gemanipuleerde voeding. Het ene bedrijf, Kingfish, kweekt Yellowtail Kingfish, een alternatief voor bedreigde blauwvintonijn of zwaardvis. Het andere, Seafarm, kweekt tarbot. Beide bedrijven werken samen met technologie leveranciers en aquacultuur experts aan innovatieve technologieën en wisselen kennis en ervaringen uit.  Door nieuwe geavanceerde systemen te ontwikkelen, wordt het welzijn van de vis in de kwekerij geoptimaliseerd en het stressniveau geminimaliseerd. De bedrijven verwachten dat de visvriendelijkheid van een kwekerij in de toekomst steeds belangrijker zal worden en willen strengere regelgeving en kritische consumenten voorblijven door een hoogwaardige en visvriendelijke kwekerij te realiseren. Bovendien is in eerdere onderzoeken aangetoond dat een vis met een hoog welzijn beter groeit, wat voor de viskwekers commercieel aantrekkelijk is. Bij vragen wordt de WUR ingeschakeld. De innovatieve systemen die worden ontwikkeld, kunnen door de technologie leveranciers tevens vertaald worden naar systemen die ook in andere aquacultuur bedrijven kunnen worden toegepast.

Samen koffie drinken

Naast een-op-een samenwerking waar wordt geïnvesteerd in onderzoek en innovatie zijn er ook verschillende werkgroepen die regelmatig bijeenkomen om samen te werken, kennis te delen en te sparren. Onderwerpen van deze werkgroepen zijn bijvoorbeeld Algen- en zeewierkweek, Levend voer voor vislarven, Broedstock, Hatcherytechniek en Procestechniek Kwekerij.

”In de opstartfase van het project hebben we verschillende vormen van communicatie uitgeprobeerd, variërend van sociale media- oplossingen tot rond te tafel zitten en samen koffie drinken. Uiteindelijk bleek dat laatste het meest effectief. Zonder de OPZuid-subsidie was de samenwerking niet in de huidige vorm van de grond gekomen. Enige vorm van structuur en verplichtingen bleek nodig. Nu de samenwerking op gang gekomen is, heb ik er vertrouwen in dat deze ook na afronding van het project voortgezet zal worden,” besluit Dubbeldam optimistisch.