100% herbruikbare meststof reduceert stikstofuitstoot

Het sluiten van kringlopen in de landbouw staat hoog op de agenda bij de politiek en de agrarische sector. Helaas wordt de agrarische sector door de stikstofcrisis in een negatief daglicht gezet. Terwijl er juist in deze sector innovatieve en veelbelovende technieken worden toegepast. Zo heeft Colsen uit Hulst de AMFER® technologie ontwikkeld waardoor er ammoniak uit mest of digestaat gewonnen kan worden. Een uniek concept wat door synergie tussen de partners Colsen en Water Future én de experts van de Universiteit Antwerpen door middel van “BioCatcher” ook voor de biologische sector toegankelijk wordt. Door de stikstofstripper wordt een deel van de emissie van ammoniak tijdens het bemesten van landerijen voorkomen. Daarnaast hoeft de boer geen extra kunstmest meer aan te schaffen. De kringlooplandbouw wordt tot een hoger niveau getild door het vervangen van conventionele zuren in de stikstofstripper door het biologische alternatief.

De toegenomen aandacht voor klimaatverandering en de stikstofcrisis zien we als extra wind in de zeilen”

Project: BioCatcher

Projectpartners:

Colsen, Adviesburo voor Milieutechniek BV; Water Future BV

Looptijd:

1 januari 2022 – 31 december 2023

Financiering:

Met een toenemende maatschappelijke beweging richting duurzaam voedsel en kringloopsluiting is de agrarische sector aan haar stand verplicht hierin mee te gaan en zo mogelijk voorop te lopen. Een belangrijke kringloop hierin is de stikstofkringloop. Stikstof is een belangrijke bouwsteen voor eiwit en speelt dus een grote rol in de zuivelsector. Een deel van de stikstof die de koeien via het voer binnenkrijgt wordt via de mest weer uitgescheiden. De stap van mest naar voer is de zwakste schakel in het sluiten van deze kringloop. Door het terugwinnen van nutriënten uit de mest kunnen deze nutriënten ingezet worden op het (eigen) land ter bevordering van de groei van veevoer. Door de Nederlandse wetgeving zijn agrariërs verplicht om niet uitsluitend dierlijke mest te gebruiken, maar ook kunstmest. Dit heeft tot een situatie geleid waarbij melkveehouders aan de ene kant dierlijke mest moeten afvoeren en aan de andere kant kunstmest moeten inkopen.

Door stikstofmanagement is het mogelijk om ammoniak uit de dierlijke mest te strippen en in te zetten als kunstmestvervanger. Bij het conventionele strippen wordt er gebruik gemaakt van minerale zuren. Met BioCatcher van de Universiteit Antwerpen worden de minerale zuren vervangen door een biologisch alternatief. Water Future zuivert het alternatief tot de gewenste kwaliteit.

We spreken Jan Willem Bijnagte, projectleider mestverwerking bij Colsen in Hulst. “Met de installatie wordt stikstof afgevangen uit het digestaat. Dat betekent een grote reductie van ammoniakemissie tijdens de opslag en het uitrijden van de mest. Met de huidige ammoniakreductie van de installatie in Zeeland zouden in theorie jaarlijks 10.000 huizen gebouwd kunnen worden zonder extra ammoniakuitstoot. Met 1 AMFER® per provincie wordt de bouwopgave van 100.000 woningen per jaar gerealiseerd. Dit zijn de woorden waarmee het ambitieniveau binnen het MIT Zuid-project op de kaart gezet wordt.”

Mes snijdt aan drie kanten
Volgens Jan Willem geeft dit project antwoord op drie van de grootste maatschappelijke crises van de afgelopen jaren, namelijk de stikstofcrisis, de klimaatcrisis en de woningcrisis. De innovatie heeft de focus op biologische productie van salpeterzuur op basis van gestripte ammoniak. Het geproduceerde salpeterzuur wordt gebruikt om gestripte ammoniak in te wassen. Daardoor is de inkoop van minerale zuren overbodig en wordt een meststof geproduceerd die door de (biologische) landbouw kan worden ingezet. Daarnaast worden emissies gereduceerd en de circulariteit verbeterd, wat de duurzaamheid verhoogt. Door de uitstoot van stikstof te verminderen, blijft er bovendien meer ‘stikstofruimte’ over voor de bouw waardoor er meer huizen gebouwd kunnen worden. Weliswaar is dit geen direct gevolg, maar wel een bijverdienste die zeker noemenswaardig is. Door de biologische productie van salpeterzuur wordt tevens de afhankelijkheid van fossiele alternatieven verminderd. Daardoor verminderen het verbruik van fossiele brandstoffen en wordt tevens de beschikbaarheid van deze meststoffen voor geïsoleerde locaties verbeterd door lokale productie.

Drie reden voor BioCatcher
Wanneer met huidige technieken stikstof gestript wordt voor de inzet als kunstmest, gebeurt dit met minerale zuren. Dit geeft een afhankelijkheid van niet-circulaire fossiele industrie. De BioCatcher-innovatie heeft dan ook drie belangrijke drijfveren. Ten eerste is hij circulair, een meststof wordt 100% hergebruikt. Ten tweede is de inkoop van minerale zuren niet meer nodig, wat een kostenreductie oplevert van 25%. En ten derde wordt de beschikbaarheid van meststoffen verbeterd voor landen waar een tekort is aan zwavel of salpeterzuur.

Het stimulerende effect
“Zonder de MIT Zuid-middelen was deze innovatie niet van de grond gekomen”, benadrukt Jan Willem. “Enerzijds stelt de subsidie ons in staat om onze volledige focus op de innovatie te leggen. Anderzijds zorgt het voor een stukje risicokapitaal. Er zijn tal van uitdagingen met betrekking tot de technologie waarop de BioCatcher is gebaseerd. Door onconventioneel gebruik van een diversiteit aan componenten is het lastig inventariseren welke componenten compatibel zijn. De technische uitdaging ligt in de ontwikkeling van componenten die veelal van buiten de sector afkomstig zijn. Omdat de uitkomst onzeker is, zijn deze werkzaamheden risicovol. De subsidie zorgt, juist voor dit soort projecten, voor financiële draagkracht.”

Innovatie met mondiale ambitie
Uiteindelijk is het de intentie van het consortium om voor een mondiale afzetmarkt te gaan. Jan Willem licht deze ambitie toe: “Dat wil zeggen dat in beginsel alle gebieden waar koeien, varkens of kippen gehouden worden een kans zijn voor de BioCatcher. Door de toegenomen aandacht voor klimaatverandering en de stikstofcrisis is innovatie in de vorm van de BioCatcher nog essentiëler geworden”.