Het toekomstig Gemeenschappelijk Landbouwbeleid – Nationaal Strategisch Plan (GLB-NSP)

In 2023 gaat het nieuwe Europese Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB) van start. Wij praten u door middel van dit bericht graag bij over de laatste ontwikkelingen rondom het toekomstige GLB, het Nationaal Strategisch Plan (de nationale invulling van het GLB voor de periode van 2021-2027, kortweg NSP) en de transitieperiode POP3+ (de periode tussen de huidige programmaperiode en de start van het nieuwe GLB).

De lidstaten van de Europese Unie (EU) maken samen het zogeheten GLB. Lidstaten mogen binnen de grenzen van dat GLB hun eigen landbouwbeleid bepalen. Het GLB wordt elke zeven jaar herzien. Daarvoor formuleert de Europese Commissie voor de volgende programmaperiode (2021-2027) de nieuwe doelstellingen, prioriteiten en voorwaarden voor het verkrijgen van EU landbouwsubsidies. Op basis hiervan wordt in het NSP uitgewerkt op welke wijze Nederland invulling geeft aan de Europese GLB-verordeningen. Dit wordt gedaan door het Rijk, samen met de provincies en met inbreng van waterschappen en stakeholders zoals die uit de landbouwsector en natuur en milieuorganisaties. De voorstellen vanuit de Europese Commissie zijn in dit stadium nog niet definitief, ook de besluitvorming over het Meerjarig Financieel Kader (MFK) en de uitvoeringsregels zijn vertraagd. Mede hierdoor is het opstellen van het GLB-NSP vertraagd.

Het vervolgproces
Naar verwachting zullen alle Europese regels die van belang zijn voor de invulling van het GLB-NSP op zijn vroegst medio 2021 vastgesteld worden. Vervolgens kan dit definitieve concept van het GLB-NSP worden afgerond en worden voorgelegd aan de Tweede Kamer. Na instemming door de bestuurlijke partners kan voor het einde van 2021 het concept GLB-NSP bij de Europese Commissie worden ingediend voor beoordeling en goedkeuring. De goedkeuring van het concept GLB-NSP door de Europese Commissie zal dan plaats moeten vinden in de loop van 2022 zodat de uitvoering van het GLB-NSP op 1 januari 2023 daadwerkelijk van start kan gaan.

Ambitie van het GLB-NSP
De ambitie van het GLB-NSP  is om een landbouw te stimuleren die economie, boer en leefomgeving verbindt en daarmee draagvlak en maatschappelijke legitimiteit heeft én ondersteunend is aan de noodzakelijke omslag naar kringlooplandbouw en de klimaatopgave.

Doelstellingen van het toekomstige GLB
Het toekomstige GLB heeft negen doelstellingen op het gebied van economie, ecologie en sociaaleconomische ontwikkeling. In het GLB-NSP zal worden beargumenteerd welke doelstellingen voor Nederland primair van belang zijn, welke doelen behaald zullen gaan worden en hoe GLB-gelden worden benut om die doelen te behalen. De nieuwe EU-doelen zijn als volgt:

  1. Het bieden van steun met het oog op een leefbaar landbouwbedrijfsinkomen en veerkracht op het gehele grondgebied van de Unie (ter ondersteuning van de voedselzekerheid);
  2. Het vergroten van de marktgerichtheid en van het concurrentievermogen, onder meer door sterker te focussen op onderzoek, technologie en digitalisering;
  3. Het verbeteren van de positie van de landbouwers in de waardeketen;
  4. Het bijdragen tot matiging van en aanpassing aan klimaatverandering en tot duurzame energie;
  5. Het bevorderen van duurzame ontwikkeling en efficiënt beheer van natuurlijke hulpbronnen, zoals water, bodem en lucht;
  6. Het bijdragen tot de bescherming van de biodiversiteit, het versterken van ecosysteemdiensten en in het stand houden van habitatten en landschappen;
  7. Het aantrekken van jonge landbouwers en het vergemakkelijken van bedrijfsontwikkeling in plattelandsgebieden;
  8. Het bevorderen van de werkgelegenheid, groei, sociale inclusie en lokale ontwikkeling in plattelandsgebieden, met inbegrip van bio-economie en duurzame bosbouw;
  9. Het beter inspelen op de maatschappelijke vraag op het gebied van voedsel en gezondheid, waaronder veilig, voedzaam en duurzaam voedsel, en op het gebied van dierenwelzijn.

Binnen de Europese doelen zal er met het NSP aangesloten worden op de nationale en regionale doelen, zoals vastgelegd in bijvoorbeeld de LNV-visie op kringlooplandbouw, het Klimaatakkoord en het plattelandsbeleid van de provincies. Het NSP zal ook rekening houden met Europese richtlijnen zoals de Nitraatrichtlijn, de Kaderrichtlijn Water, de Vogel- en Habitatrichtlijn en de Green Deal met de daaronder vallende Farm to Fork en biodiversiteit-strategie. Bovendien wordt in het NSP aansluiting gezocht met bestaande initiatieven, zoals het Deltaplan Biodiversiteit en het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer.

Budget
Het totale GLB-budget wordt in de laatste voorstellen met 5% verlaagd ten opzichte van de huidige periode (2014-2020). Dit vertaalt zich in een voorgestelde korting van 3,9% op de directe betalingen en sectorale steun.  Dit maakt dat het voorgestelde budget voor Nederland uitkomt op 703,9 miljoen euro per jaar. Hiervan dient tenminste 2% besteed te worden aan jonge boeren (tot en met 40 jaar).

Het budget voor plattelandsontwikkelingsprogramma’s wordt in de voorstellen met ongeveer 15% verlaagd en komt uit op jaarlijks 73,2 miljoen euro. Tenminste 30% hiervan dient ingezet te worden voor maatregelen die positief bijdragen aan milieu en klimaat, en tenminste 5% dient ingezet te worden voor LEADER (bottom-up projecten gericht op sociaaleconomische ontwikkeling).

Lidstaten hebben de mogelijkheid om budget te verschuiven tussen de twee middelen: maximaal 30% van het eerste (directe betalingen, e.d.) naar het tweede budget (plattelandsontwikkeling) en maximaal 15% van het tweede naar het eerste budget.

Transitieperiode POP3+
Gezien de stand van zaken in de onderhandelingen en ontwikkelingen rond het GLB-NSP is besloten om in de transitieperiode tot aan de inwerkingtreding van het nieuwe GLB over te gaan tot een verlenging van het bestaande POP3-programma (met een accentverschuiving richting het nieuwe GLB-NSP). Dit programma POP3+ zal in ieder geval 2021 omvatten en naar alle waarschijnlijkheid ook 2022. In het POP3+ zal focus worden aangebracht op de thema’s klimaat, biodiversiteit, bodem en kringlooplandbouw (inclusief stikstof). Hiermee kan vooruitlopend op het toekomstige GLB-NSP nu al een impuls worden gegeven aan deze maatschappelijke opgaven.

POP3+ wordt ingevuld met drie soorten maatregelen:

  1. Doorlopende maatregelen vanuit de overheveling: maatregelen die worden gefinancierd vanuit de overheveling van middelen uit GLB-pijler 1 (inkomensondersteuning en markt- en prijsbeleid) naar GLB-pijler 2 (plattelandsontwikkeling). Over deze specifieke maatregelen (Regeling Brede Weersverzekering, Knelsectoren, Internationale doelen Water, Landelijke regeling Landschapselementen en Agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLB)) zijn reeds afspraken gemaakt die lopen tot en met 2021.
  2. Doorlopende maatregelen op basis van eerder gemaakte afspraken: maatregelen die ongewijzigd worden voortgezet omdat hierover afspraken en/of verplichtingen bestaan, zoals het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb), Jonge Landbouwers (JoLa), de Brede Weersverzekering en LEADER.
  3. De focusmaatregelen zijn (sub-)maatregelen met een inhoudelijke focus op klimaat, biodiversiteit/bodem en kringlooplandbouw (incl. stikstof). Het gaat hierbij om:
    • Kennisoverdracht en -voorlichting;
    • Samenwerking voor Innovatie;
    • Productieve en Niet-productieve (water)investeringen;
    • Landbouwstructuurversterking en Samenwerking.

Vanuit het Meerjarig Financieel Kader (MFK) 2021-2027 komt voor Nederland via het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) voor deze jaren in totaal 529,1 miljoen euro beschikbaar. Voor het jaar 2021 is daarbij van sprake van een frontloading met het oog op het herstel van de coronacrisis. Het beschikbare budget voor 2021 komt daarmee neer op 89,5 miljoen euro, ten opzichte van een jaarlijks budget van 73,3 miljoen euro voor de jaren 2022 tot en met 2027. Daarnaast worden aan het ELFPO-budget middelen toegevoegd afkomstig uit het Economisch herstelfonds ‘Next Generation EU’. In totaal gaat het daarbij om een budget van 8 miljard euro voor alle lidstaten, waarvan voor Nederland voor twee jaar naar verwachting 53,3 miljoen euro beschikbaar zal komen. Over de jaren waarop dit budget kan worden ingezet heeft nog geen definitieve besluitvorming plaatsgevonden, maar daar zal in 2020 nog uitsluitsel over komen.

Onlangs publiceerden wij een factsheet met de stand van zaken van de Europese programma’s die van belang zijn voor Zuid-Nederland. Hier is ook het doel, het achterliggende kader, het verwachte budget, de stand van zaken en het verwachte startmoment van POP3+ in opgenomen. Deze factsheet vindt u hier.

Wanneer nadere informatie over het toekomstige GLB, het NSP en de POP3+-periode bekend is, zullen wij u hiervan op de hoogte brengen middels de website van POP3 Brabant.

Beeldkenmerk POP3 Brabant