Europees geld voor onderwijs groene chemie in Limburg

Nederland neemt afscheid van fossiele brandstoffen. Zuid-Limburg is daarom in transitie naar groene chemie. Hiervoor zijn groene chemici nodig. Maar de arbeidsmarkt in Zuid-Limburg heeft te maken met groeiende, structurele arbeidsmarktkrapte in technische sectoren en kwalitatieve mismatch tussen bestaande en gevraagde competenties. Daarom gaat het VISTA college, gevestigd in Zuid-Limburg, in totaal 9 mbo-opleidingen (door)ontwikkelen en een aantal opleidingsmodules en trainingen ontwikkelen specifiek voor omscholing van fossiele chemie naar de groene chemie. Daarvoor krijgt VISTA een JTF-subsidie van 967.432 euro. Samen met projectpartner Chemelot Innovation and Learning Labs (CHILL) geeft VISTA het scholingsaanbod voor de groene chemie vorm. 

“VISTA wil het onderwijs binnen de mbo-opleidingen laten aansluiten op verschillende werkvelden, zoals procestechniek, maintenance en laboratoriumtechniek binnen de groene chemie.’’ vertelt Marc van Oosterhout, projectleider van VISTA college. “Zo zien we meer vraag naar personeel komen vanuit bijvoorbeeld de biotech. Kweekvlees zit bijvoorbeeld in de opschalingsfase en daar hebben ze speciale cleanroom operators voor nodig. Dat werk is in veel opzichten anders dan dat van de klassieke procesoperators. Door de JTF-subsidie, kunnen wij snel onderwijs voor dit soort functies aanbieden.”

Talent behouden

Van Oosterhout: “In de hele arbeidsregio Zuid-Limburg vertrekt talent richting het noorden of over de grens. En dat terwijl de regio en Chemelot forse klimaatneutrale en circulaire ambities hebben. Zonder personeel kunnen die transities niet gemaakt worden. Om dat probleem te tackelen is dit JTF-project opgezet. We willen zowel personeel voor de groene chemie aantrekken, omscholen en behouden.”

Vertrouwde samenwerking

De samenwerking tussen VISTA en partner CHILL bestaat al langer. Het JTF-project ‘VISTA transition network academy’ is voortgekomen uit een eerder project van de twee partijen. “CHILL is een organisatie die onderwijs en bedrijfsleven verbindt om vakinhoudelijk van elkaar te leren en met elkaar te kunnen innoveren. In het eerdere project is de basis voor onze samenwerking gelegd en verstevigd en een ecosysteem voor onderwijs gevormd met onder andere Communities for Development als succesvolonderwijsconcept. Dat is een setting waar studenten van verschillende opleidingen, onderzoekers, professionals uit het werkveld – zoals laboratoriumtechniek – en vertegenwoordigers van een bedrijf samenwerken. CHILL zit op Chemelot en kent de bedrijven en weet welke skills personeel nodig heeft om in de groene chemie te werken.” En die combinatie versterkt elkaar enorm volgens Van Oosterhout. “CHILL is de spin in het web, doordat zij op Chemelot zitten. Wij kunnen de wensen van de bedrijven op Chemelot minder goed ophalen en andersom kan CHILL niet zomaar gecertificeerde opleidingen aanbieden. Bij VISTA kunnen studenten met state-of-the-art equipment aan de slag, maar sommige dingen – zoals een extruder – hebben wij niet, maar CHILL wel. Op die manier kunnen we kijken waar het beste opgeleid kan worden. Een samenwerking die écht werkt.”

Overkoepelend geheel

Van Oosterhout ziet een verschuiving in het onderwijs. ‘’Dat gaat steeds meer richting LevenLangOntwikkelen (LLO) en minder op klassiek onderwijs. Ook daarom is die samenwerking met een partij op Chemelot zo fijn. Met het project ‘VISTA transition network academy’ kunnen we echt modulair onderwijs aanbieden, gericht op de skills die voor functies in de groene chemie nodig zijn.”

Het project is onderdeel van een groter geheel. Van Oosterhout legt uit: “Er is een plan opgesteld waar eigenlijk meerdere (JTF-)projecten als puzzel in elkaar vallen. Het Samenwerkend Netwerk van Ecosystemen in Limburg (S.N.E.L.) is hierin als het ware de paraplu waaronder alles valt en samenkomt. Daarin wordt samengewerkt met partijen uit de hele regio. Zoals leerwerkbedrijven, Leo Loopbaan, UWV en gemeente Sittard. Zo is er nog een project in ontwikkeling, gericht op het potentieel van zij-instromers. In dat project gaan bijvoorbeeld talentscans afgenomen worden. Welke ambities heeft iemand? Wat vindt hij leuk en wat kan hij goed? Vanuit dat profiel komt dan een onderwijsbehoefte en dat onderwijs kan de zij-instromer bij ons volgen.”

Belangen groot

Het slagen van het hele plan is ook van groot belang voor de regio én Nederland, meent van Oosterhout. “Als we niet binnen een aantal jaar aan de vraag naar goed geschoold personeel voor de groene chemie kunnen voldoen, dan komen we wellicht op een breekpunt. Dan kunnen noodzakelijke processen stagneren. Gevolg kan zijn dat bedrijven niet kunnen opschalen of zelfs uit Nederland vertrekken.” De toekenning van de JTF-subsidies zijn dan ook erg belangrijk, vindt Van Oosterhout. “Door de subsidie kunnen we modulair onderwijsaanbod aanbieden dat gemakkelijk te vernieuwen is. En dat is binnen de groene chemie belangrijk, omdat innovatieve bedrijven in de groene chemie telkens personeel met andere skills nodig hebben. Zonder subsidie konden we de onderwijsmethodieken niet zo snel transporteren naar andere opleidingen. En dat is nodig om de transities in de regio te kunnen waarmaken.”