Volgens de Ladder van Moerman heeft een alternatief gebruik van reststromen voor menselijke consumptie de grootste waarde in energetisch en economisch
opzicht. Daarna volgt gebruik voor veevoer, en verbranden staat onderaan. Toch wordt zo’n 40 procent van de voedselverliezen nog verbrand, terwijl niet eens een kwart wordt gebruikt als veevoer. Het aandeel reststromen dat door voedselbanken (dus door mensen) wordt gebruikt, is minder dan één procent. Optimaler gebruik van deze reststromen geeft dus nieuwe kansen om verliezen terug te dringen.