Waterschap Brabantse Delta plaatste stuwen en gemalen voor gewenste peilen voor de landbouw en om wateroverlast te voorkomen. Stuwen, gemalen en andere kunstwerken belemmeren echter de migratie van vissen. Daardoor kunnen vissen zich niet vrij verplaatsen.

Het oplossen van vismigratieknelpunten is belangrijk. Verschillende vissoorten zwemmen tussen (delen van) wateren om zich succesvol voort te kunnen planten. Migratie is daarmee een noodzaak voor het voortbestaan van deze soorten. Daarnaast is vismigratie van belang om gewenste soorten het beheergebied van het waterschap in te laten zwemmen en zich daarover te laten verspreiden. Dit draagt bij aan de biodiversiteit in het beheergebied en het in stand houden en herstellen van ecosystemen.

Met de aanleg van vispassages heft het waterschap de vismigratieknelpunten op. De vispassages zijn nodig voor het halen van een goede ecologische waterkwaliteit, de doelstelling van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW).

Afgelopen jaren heeft waterschap Brabantse Delta al een groot deel van de vismigratieknelpunten opgelost. De resterende vismigratieknelpunten staan als KRW-maatregel in het Waterbeheerprogramma van het waterschap en in het Stroomgebiedbeheerplan (SGBP). Het SGBP is een verplicht KRW-plan waarin lidstaten elke zes jaar de toestand van waterlichamen moeten rapporteren en voorgenomen maatregelen presenteren. Doel van de vispassages is het wegnemen van migratiebarrières op de prioritaire routes, de aangewezen vismigratieroutes. Deze routes komen meestal overeen met de KRW-waterlichamen.

De uitvoering van maatregelen om KRW-doelen te halen, bijvoorbeeld de aanleg van vispassages is sterk afhankelijk van cofinanciering. Daarom selecteerde het waterschap zeven vismigratieknelpunten voor een subsidieaanvraag bij POP3. Deze zeven knelpunten zijn verdeeld over vier KRW-waterlichamen:
• Tonnekreek complex (waterlichaamcode NL25_30; één knelpunt)
• Dongekanalen (NL25_22; één knelpunt)
• Donge (NL25_35; twee knelpunten)
• Agger (NL25_44; drie knelpunten)