Nieuwe regionale strategie versnelt transities – Innoveren met economische en maatschappelijke impact

Provincies werken via Europese programma’s samen met de Europese Unie en de Nederlandse overheid om innovatie in de regio te stimuleren. In Zuid-Nederland gebeurt dit aan de hand van een Regionale InnovatieStrategie voor Slimme Specialisatie (RIS3). De drie zuidelijke provincies hebben deze onlangs gezamenlijk vastgesteld. In de periode 2021-2027 gaan de provincies innovatieprojecten ondersteunen die zich richten op economische groei en maatschappelijke transities op het gebied van klimaat, energie, gezondheid, landbouw en voeding en grondstoffen. Ze investeren daarbij niet alleen in technologische innovatie, maar ook in kennisontwikkeling en nieuwe vormen van samenwerking. De innovatiekracht van Zuid-Nederland wordt optimaal ingezet om economische groei te stimuleren en in de drie provincies een omslag te realiseren op de genoemde maatschappelijke transities.

Opstellen van de strategie gebeurde in een interactief proces met regionaal MKB, kennisinstellingen, overheden en andere belanghebbenden. Hiermee wordt voortgebouwd op de succesvolle aanpak in de periode 2014-2020. Gouverneur van Limburg Theo Bovens stond samen met drie gedeputeerden van de betrokken provincies aan het roer en ziet de enorme innovatieve kracht van de regio: “We hebben hier een unieke combinatie van kennispartijen en campussen die internationaal een leidende positie hebben op het gebied van technologie, een innovatief MKB en een sterke maakindustrie die in staat zijn om innovaties naar de markt te brengen. Tel daar de cultuur en infrastructuur van onderling samenwerken inclusief de grensligging en grensoverschrijdende potentie bij op en je ziet een fantastisch vliegwieleffect. Met zo’n krachtig innovatiesysteem kunnen we tot belangrijke doorbraken komen. Dat is juist nu erg belangrijk.”

Aansluiting bij Europees beleid
De nieuwe regionale innovatiestrategie sluit goed aan op de belangrijkste Europese beleidsdoelen voor de komende decennia zoals de transitie naar een klimaatneutraal continent en de digitalisering van de economie en samenleving. Gedeputeerde Martijn van Gruijthuijsen van Noord-Brabant benadrukt het belang van de Europese programma’s: “Dit draagt echt bij aan een sterker, innovatiever en duurzamer Zuid-Nederland. De transities krijgen hiermee een flinke boost. Innovatie is dé basis voor de hele samenwerkingsketen, het is goed om daarin te blijven investeren. Zo blijven we serieus meedoen op de internationale markt. Digitalisering van de economie en samenleving biedt binnen alle transities kansen. Dankzij onze sterke positie op sleuteltechnologieën én een cultuur van samen innoveren, hebben we een uitstekende uitgangspositie op dit vlak. Kijk naar projecten als ‘Photon Delta’, ‘Holland Robotics’ en ‘DASLab’.”

Verbinding en nieuwe samenwerkingsvormen
In de zuidelijke provincies werken toonaangevende campussen, een innovatief MKB en internationale marktleiders met een open blik samen. Dat zorgt voor een grote innovatiekracht. Anita Pijpelink, gedeputeerde van Zeeland, ziet daarin een grote toegevoegde waarde. “We merken dat partijen in de regio de verbinding zoeken met partners buiten de regio, in binnen- en buitenland. Thema’s als klimaatverandering en voedselproductie houden niet op bij de grens. Dan is het handig als je ook internationaal een goed netwerk hebt. Oplossingen die we hier bedenken, kunnen we uittesten in living labs en proefprojecten en vervolgens ook elders toepassen. Zo maken we meters binnen de transities. Een goed voorbeeld van zo’n project met impact is ‘Aqua Valley’, dat zich richt op een stabiele, sterke en duurzame aquacultuur in Zeeland. Maar ook projecten als ‘Zeeuwse Slagkracht’ en ‘Zero Emission Transport’, die bijdragen aan een koolstofarme economie.”

Menselijk kapitaal
Om tot succesvolle transities te komen, is de hele innovatieketen van belang: van fundamenteel onderzoek, via doorontwikkeling. tot aan marktintroductie. Om meters te maken binnen de transities en impact te genereren, is voldoende personeel, met de juiste kennis en vaardigheden, onmisbaar. Dat betekent dat overdracht  van kennis en kunde en de juiste aansluiting van het onderwijs op de behoefte van innovatieve bedrijven cruciaal zijn. Gedeputeerde Andy Dritty van Limburg ziet mogelijkheden op basis van de RIS3 om binnen toekomstige programma’s te komen tot projecten waarin niet alleen technische en/of organisatorische innovatie aan de orde zijn, maar ook de ontwikkeling van benodigde skills meegenomen wordt. “Dit is een belangrijke randvoorwaarde om stappen voorwaarts te zetten op het gebied van de maatschappelijke transities. Lopende initiatieven op dit vlak zijn al de projecten ‘MATCHUP’ en ‘Biobased Materials Plus’ van Maastricht University en ‘Communities for Development’ van Chemelot Innovation and Learning Labs.”

Van strategie naar uitvoering
De RIS3 geeft richting aan regionaal innovatiebeleid en dient als basis voor de Europese programma’s die Zuid-Nederland zelf (mede) vormgeeft. Het gaat dan onder meer om het nieuwe Operationeel Programma Zuid-Nederland (OPZuid), het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB) programma (voorheen POP) en de Interreg A-programma’s die innovatie en samenwerking in de grensregio’s bevorderen. In deze tijd van onzekerheid is het lastig voor het MKB om vooruit te kijken. De crisis slaat met name bij deze bedrijven toe. Maar juist nu geeft een nieuw perspectief hoop. Om het voor het MKB aantrekkelijker te maken om gebruik te maken van deze programma’s, maakt de regio de komende tijd serieus werk van vereenvoudiging en minder administratieve lasten, in lijn met nieuwe Europese regels.

 

Meer informatie
Meer informatie over de nieuwe RIS3 voor Zuid-Nederland vindt u op de website van Stimulus Programmamanagement. De volledige RIS3 kunt u hier downloaden. Met vragen kunt u terecht bij Pieter Liebregts, programmamanager, p.liebregts@stimulus.nl, tel. 06 53 28 86 57.