UBQ Materials, een cleantech bedrijf uit Bergen op Zoom, ontvangt een JTF-subsidie van 5 miljoen euro. Het bedrijf zet met een geavanceerde technologie ongesorteerd huishoudelijk afval zoals bananenschillen, pizzadozen en luiers om in een kunststofvervanger, genaamd UBQ™. Deze Europese subsidie wordt gebruikt voor verdere productontwikkeling voor toepassingen in andere markten en producten; en daarnaast om de fabriek duurzamer en efficiënter te laten opereren.
De allereerste grootschalige fabriek van UBQ Materials wereldwijd, gelegen in Noord-Brabant, heeft de capaciteit om jaarlijks 104.600 ton regionaal afval om te zetten in een duurzaam en recyclebaar alternatief voor plastic. Het materiaal, ‘UBQ’ heeft een drievoudige impact op het klimaat. Het zorgt in één klap voor: minder afval, een daling van CO2-uitstoot en een vermindering van het gebruik van op olie gebaseerd plastic.
Een wereld zonder afval. Dat is de visie van UBQ Materials. Het bedrijf ziet in ongesorteerd afval een nieuwe grondstof. “Daarmee voorkomt het bedrijf dat huisvuil richting de verbrandingsoven of vuilstort moet.’’ legt Gerwin Drent, financieel manager en projectleider van het het JTF-subsidietraject binnen UBQ Materials. En daar zit ook gelijk het innovatieve aan onze technologie. “Alle huishoudelijke afvalstromen zijn welkom bij UBQ Materials. Onze machines kunnen zelf het onbruikbare materiaal, zoals glas en metalen, uit al dat afval halen. Van de rest, het schone gemixte afval, maken wij UBQ, een bio-based, duurzame kunststofvervanger. De manier waarop wij dat doen is uniek.’’
Schadelijke emissies verminderen
“Voor de manier waarop wij het afval verwerken zijn geen chemicaliën, water, of hoge temperaturen nodig, dus kost het veel minder energie. Zo hoeven wij onze machines maar tot 200 graden Celsius te verwarmen, in plaats van de 600 graden Celsius die nodig is om plastic te produceren uit aardolie. De warmte die we zelf genereren, hergebruiken we weer. Daarnaast draait onze fabriek compleet op elektriciteit en niet op gas. Hiervoor gebruiken wij volledig Nederlandse en zelfopgewekte groene stroom. Binnen het JTF-project willen we door een energiemonitoringssysteem de fabriek nog energiezuiniger maken. En we willen kijken hoe we de output kunnen verhogen met dezelfde input aan energie, voor een nog grotere impact’’, vertelt Drent. “En dat onderdeel van het project zou zonder subsidie niet lukken, dus daarom zijn we ook zo blij met het geld uit Brussel.’’
100% UBQ
UBQ Materials in Bergen op Zoom zet in op ongeveer het equivalent van 200.000 ton CO2-reductie. “Dat staat bijna gelijk aan de uitstoot van 145.000 personenauto’s per jaar. Een flinke besparing dus. Doordat we geen afval verbranden, voorkomen we uitstoot van schadelijke emissies, zoals CO2 en methaan. Maar we voorkomen de uitstoot op nog meer manieren. We vermengen ons product nu met andere kunststoffen. Dat zorgt ook aan de productiekant voor minder nieuw plastic dat met fossiele brandstoffen gemaakt wordt. Ons doel is om naar producten met 100% UBQ te gaan en op die manier kunststof volledig fossielvrij te maken. En door het percentage UBQ in producten te verhogen, helpen wij ook andere bedrijven met hun duurzame doelen.’’
Om dit te kunnen bereiken is extra personeel nodig. “Ik was zelf medewerker 10 in 2022, nu zitten we al op 65. Uiteindelijk zal de fabriek in Bergen op Zoom 140 arbeidsplaatsen bieden. En daar zitten ook mensen met afstand tot de arbeidsmarkt – zoals een taalachterstand of fysieke beperking – bij. Daar zijn we erg trots op.’’
Productontwikkeling
Een aanzienlijk deel van de subsidie zet in op productontwikkeling. Op dit moment werkt UBQ Materials vooral voor de logistieke en automotive sector en richt het bedrijf zich op consumentenproducten die in de detailhandel worden verkocht. Zo wordt UBQ al toegepast bij bedrijven zoals Mercedes Benz, McDonalds en PepsiCo. Ook leveren ze al aan de bouw, maar willen in die sector nog meer impact te maken. “Een van de grootste vervuilers is de bouwsector, met de productie van beton en asfalt. We willen kijken of we onze technologie ook kunnen inzetten voor een alternatief voor bakstenen. Dat zou een mega impact hebben.’’
Spannende vervolgstap
Volgens Drent is opschaling, waar de fabriek in Bergen op Zoom aan bijdraagt, nu de belangrijkste uitdaging. “We hebben een aangetoond goed product geproduceerd op kleinere schaal, maar nu moeten we laten zien dat we de capaciteit hebben om internationaal te gaan bevoorraden. Het aantonen van de productiecapaciteit is niet alleen een cruciale, maar ook spannende stap vindt Drent. Zo werken we toe naar het 24/7 draaien van de machines. Dat is mooi, want hoe langer de machines draaien, hoe energiezuiger de productie is. UBQ is er klaar voor om op te schalen met een state-of-the-art fabriek om meer bedrijven te helpen hun duurzaamheidsdoelstellingen te behalen en bij te dragen aan een circulaire economie.”