In het klimaatakkoord is afgesproken dat de uitstoot van broeikasgassen in Nederland in 2030 met 49%, en in 2050 met 100% gereduceerd moet zijn ten opzichte van 1990. De industrie en elektriciteit sector zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor 52% van de Nederlandse CO2 uitstoot (86 MT CO2/jaar). 70% van deze uitstoot komt voort uit warmte productie, die de industrie nodig heeft voor het produceren van producten en voor nutsvoorzieningen. Op dit moment komt meer dan 95% van deze warmte uit het verbranden van fossiele brandstoffen. Om de klimaatdoelstellingen te halen moeten fossiele brandstoffen dus vervangen worden door duurzame alternatieven. Voor succesvolle implementatie van deze alternatieven moeten oplossingen voldoen aan de eisen van eindgebruikers (incl. de eisen van diens stakeholders). Dat houdt in dat systemen moeten voldoen aan: financieringseisen, verzekeringseisen, wet- en regelgeving, leveranciersgaranties, technische eisen, milieuprestaties en economische eisen. Daarnaast dienen technologieën te passen op de services en producten die waardeketenpartijen op hen leggen (zoals onderhoudsdiensten). Tot slot dienen de competenties in de markt aanwezig te zijn om de producten en diensten rondom de technologie aan te kunnen bieden. Een oplossing ontwikkelen die aan al deze eisen voldoet is uitdagend, met name binnen de JTF-regio’s, wegens beperkingen in onder andere infrastructuur/netwerkaansluitingen (benodigd voor waterstof en elektrificatie). Er dient echter wel een oplossing te komen voor verduurzaming van de energie-intensieve industrie in deze regio’s, aangezien zij gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor een aanzienlijke hoeveelheid werkgelegenheid en economische activiteit, maar ook voor aanzienlijke emissies. Met een groeiende set aan maatregelen komt er tevens steeds meer maatschappelijke/economische druk te liggen op de energie-intensieve industrie om te verduurzamen. Tegelijkertijd is er een gebrek aan effectieve oplossingen voor verduurzaming, waardoor de bedrijfscontinuïteit van deze industrie in het geding komt. Als gevolg hiervan zijn diens economisch toegevoegde waarde en de bijbehorende werkgelegenheid, alsmede de beschikbaarheid van diens producten en diensten, in gevaar. Een voorbeeld van een voorziening waar dit speelt, betreft een warmtebron van een warmtenet van Ennatuurlijk, gesitueerd aan de Callandweg in Bergen op Zoom. Deze locatie heeft in het bijzonder grote behoefte aan een oplossing voor decarbonisatie die tevens lage NOx-uitstoot kent, gezien de nabijheid van natuurgebied Brabantse Wal (Natura 2000 gebied). Hiermee vallen oplossingen gebaseerd op waterstofverbranding grotendeels af. Daarbij is volledige afhankelijkheid van elektrificatie niet mogelijk, gezien de problematiek rondom netcongestie, alsmede de onvoorspelbaarheid van elektriciteitstarieven. Echter, zonder een duurzame, vergunbare, en economisch haalbare oplossing kan de continuïteit van de nutsvoorzieningen onder druk komen te staan, met alle economische en sociale gevolgen van dien voor de zakelijke afnemers en huishoudens die hiervan afhankelijk zijn.
Een mogelijke oplossing voor dit probleem betreft de Iron Fuel TechnologyTM van startup RIFT, waarbij ijzerpoeder als energiedrager wordt ingezet. IJzerpoeder is een zeer energiedichte, circulaire en veilige energiedrager, die tevens weinig tot geen verliezen kent bij opslag. Daarnaast vereist de verbranding van ijzerpoeder geen netwerkaansluiting, aangezien het ijzerpoeder aangevoerd kan worden via schip, trein of vrachtwagen. Bij verbranding (oxidatie) van ijzerpoeder ontstaat hoge temperatuur warmte (1500 graden Cellcius), met daarbij geen directe CO2-uitstoot en een zeer lage NOx-uitstoot ten opzichte van alternatieven. De indirecte CO2-uitstoot (inclusief transport) is daarbij ook laag ten opzichte van alternatieven, en zal nog lager worden naar mate mobiliteit wordt verduurzaamd. De technologie van RIFT is dan ook veelbelovend voor de decarbonisatie van Ennatuurlijk, en van de energie-intensieve industrie binnen de JTF-regio in brede zin. Om deze reden hebben RIFT en Ennatuurlijk de handen ineen geslagen om binnen dit project zowel de problematiek bloot te leggen, alsook de potentie te illustreren van Iron Fuel TechnologyTM om deze problematiek op te lossen. In het bijzonder wordt beoogd een 2-4MW Iron Fuel boiler te realiseren, gecombineerd met (aanvullende) elektrificatie van 1-3MW van het vermogen. Hiermee wordt gewerkt aan een vergunbare oplossing voor decarbonisatie van deze locatie, wat in lijn ligt met de doelen van Ennatuurlijk en van het JTF-programma, en wordt bij positieve resultaten de volgende stap gezet richting opschaling van de Iron Fuel TechnologyTM. Deze opschaling betreft enerzijds de verdere uitrol van de Iron Fuel boiler technologie naar andere locaties binnen de chemische industrie binnen het JTF-programmagebied, Nederland en Europa, en de uitrol van de Iron Fuel regeneratietechnologie (ontroestingfabriek), wat ook onder de chemische industrie valt (hierbij wordt Port of Moerdijk gezien als 1e potentiële locatie). Tot slot betreft dit opschaling van de Iron Fuel boiler technologie naar het Amernet (tevens in beheer van Ennatuurlijk). Dit Amernet is verantwoordelijk voor de warmtevoorziening van 355 bedrijven (waaronder industrieterreinen) in Geertruidenberg, Drimmelen, Made, Oosterhout, Breda en Tilburg, alsook 51.000 huishoudens, met een totale warmtebehoefte van +/- 2,2 miljoen GJ per jaar.