• de digitale Dierenarts

Projectbeschrijving

VSM Automatisering BV (VSM) wil in samenwerking met de partner Core|Vision BV (CV) een integraal systeem ontwikkelen, waarmee het mogelijk is (de gezondheid van de) veestapel op een melkveebedrijf te monitoren en managen, waarbij de belangen van de veehouder, de dierenarts en de daaraan gerelateerde partijen optimaal behartigd worden, met als gewenst resultaat een goede productie, een verbeterd dierenwelzijn en minder risico’s met betrekking tot de gezondheid van dier en mens. Centraal in het systeem staat de digitale ondersteuning van de veehouder en de dierenarts door de inzet van innovatieve informatie- en communicatietechnologie, al zichtbaar in de titel van het project: De Digitale Dierenarts (DDA 1.0).

Achtergrond
De Nederlandse veehouderij ontwikkeld zich steeds verder, waarbij optimale productie, dierenwelzijn en gezondheid van mens en dier centraal staan. Op steeds minder bedrijven worden steeds meer koeien gehouden. Een belangrijk thema daarin is het verschuiven van curatief naar preventief optreden, omdat dan de hoeveelheid en intensiteit van het gebruik van antibiotica sterk kan worden verminderd. Mede om die redenen staat het zogenaamde Deense model al een aantal jaren in de belangstelling en is onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor toepassing hiervan in de Nederlandse veehouderi. VSM heeft vanuit haar jarenlange ervaring in de veehouderij een eigen visie op deze problematiek.  Hierin wordt niet enkel gekeken naar deze gezondheidsproblematiek op zich, maar wordt juist ook rekening gehouden met de productiviteits- en economische aspecten en de implementatiemogelijkheden, zowel bij de veehouders als bij de dierenartsen.

Het project draagt bij aan de ambities van het Operationeel Programma Zuid-Nederland 2014-2020. Het project is een cross-over tussen de topsectoren Agrofood en Hightech systems, omdat het de duurzame veehouderij wil bevorderen met behulp van hard- en software technologieën. De wetenschappelijke basis in het project wordt gelegd door de aansluiting met Wageningen UR Livestock Research, waarmee de wetenschappelijke kennis een plaats krijgt in de dagelijkse praktijk van de veehouder en de dierenarts (spin-out).

Probleemstelling, doelstelling, resultaat en impact
De probleemstelling van het project wordt door de partners als volgt geformuleerd: Hoe kan een Nederlands model worden vormgegeven met als uitgangspunt het zorgvuldig monitoren en managen van de veestapel op het melkveebedrijf, mogelijk gemaakt door continue positiebepaling van de individuele koeien en analyse van hun gedrag. Daarmee worden de belangen van de veehouder, de dierenarts en de daaraan gerelateerde partijen optimaal behartigd, met als gewenst resultaat een goede productie, een verbeterd dierenwelzijn en minder risico’s met betrekking tot de gezondheid van mens en dier. Doelstelling is om een integraal systeem te ontwerpen dat een oplossing biedt aan deze probleemstelling. Als resultaat van het project geldt een uitontwikkeld, getest en functionerend systeem (DDA 1.0), dat geïmplementeerd kan worden bij veehouders (en ondersteund door dierenartsen), waarmee zij in intensieve samenwerking werken aan de optimale productiviteit, de gezondheid en het dierenwelzijn van de dieren op het bedrijf, waarbij door lagere kosten ook het rendement toeneemt.

Inhoudelijke aanpak
De inhoudelijke aanpak van het project leunt op twee pijlers, namelijk de technologische en de organisatorische ontwikkeling. De technologische ontwikkeling behelst een innovatieve aanpak om de veehouder en de dierenarts te ondersteunen in het volgen van de dieren in de kudde op het bedrijf (DDA 1.0). Middels een positioneringssysteem wordt gedrag van individuele koeien gemonitord. Samen met gegevens uit andere meetmethoden wordt informatie verkregen waarmee afwijkend gedrag kan worden onderscheiden van normaal gedrag en deze informatie wordt gebruikt om mogelijke ziektebeelden vroegtijdig te signaleren en meer preventief dan curatief te kunnen handelen, waarmee de toediening van (te) veel (3e generatie) antibiotica wordt voorkomen. Daarnaast kan de optimale productie bepaald worden door binnen hetzelfde systeem te kijken naar het beste voerregime per individuele koe (denk aan de juiste verhouding tussen ruwvoer en krachtvoer). De specifieke ontwikkeling van technologie voor het verkrijgen, verwerken en analyseren van data m.b.t. het gedrag en de productie en het vertalen hiervan naar adviezen over voeding, ziekte en gezondheid van de dieren is in deze sector nog niet eerder ontwikkeld. De organisatorische ontwikkeling is vooral bedoeld om helder te krijgen hoe de samenwerking tussen veehouder en dierenarts veranderd, welke rol zij ten opzichte van elkaar gaan spelen en welke verantwoordelijkheden ieder heeft.

Topclusters
Het hier beschreven project sluit aan bij de topsector Agri & Food. In de innovatieagenda van deze topsector, die in mei 2015 is verschenen, wordt gesteld dat de focus van de ambitie is gericht op drie verschillende kansen: Meer met minder, Hogere toegevoegde waarde en Internationaal leiderschap. Het project sluit het meest aan op kansen 1 en 2, maar heeft ook veel raakvlakken met de derde genoemde kans.  De relatie met de topsector Agri & Food spreekt voor zich, maar daarnaast is er ook een directe relatie met een andere topsector, namelijk HTSM. In de topsector HigtTech Systemen en Materialen (HTSM) is sprake van zeventien verschillende aandachtsgebieden, waarvoor roadmaps zijn ontwikkeld. In één daarvan, Roadmap ICT for the topsectors komen we ook het hoofdstuk Smart Farming tegen, met de volgende items als aandachtspunten: Sensor technologies, Data standardization, interoperability, and analysis for decision making, prediction and prescription en Robust and flexible system design. De hierboven genoemde drie thema’s voor doorbraken corresponderen direct met het hierboven besproken project voor de veehouderij.