Nederland neemt positie in over toekomst Europees cohesiebeleid

De Nederlandse nationale, regionale en lokale overheden willen meer synergie en vereenvoudiging in het toekomstig Europees cohesiebeleid. De Europese structuur- en investeringsfondsen (ESIF) moeten resultaatgericht zijn, met een scherpere focus op een kleiner aantal doelen of thema’s. Door deze prioritering en verbeterde samenhang creëert cohesiebeleid de gewenste Europese toegevoegde waarde.

 

Gezamenlijk positie

Deze standpunten staan in de gezamenlijke positie die is aangenomen over de toekomst van Europese structuur- en investeringsfondsen (ESIF) na 2020. Het position paper is de uitkomst van samenwerking tussen het Rijk, IPO, VNG, de Unie van Waterschappen, G4 en G32. Op 24 mei 2017 wordt deze gezamenlijk positie officieel overhandigd aan Eurocommissaris voor Regionaal beleid, Corina Crețu, bij het HNP in Brussel.

 

Prioriteiten

De Nederlandse overheden dringen er in deze gezamenlijke positie op aan dat de Europese fondsen worden ingezet om te reageren op de grote EU maatschappelijke uitdagingen. Dit betekent dat er scherpe keuzes moeten worden gemaakt over de strategische prioriteiten van de EU, nu en in de periode na 2020. De ESI-fondsen moeten op strategisch, programma en project niveau vervolgens door verbeterde synergie bijdragen aan de aanpak van die uitdagingen.

 

Innovatie

Door prioritering, samenhang en grensoverschrijdende samenwerking moet de Europese toegevoegde waarde van de ESI-fondsen worden aangetoond. De verschillende ESI-fondsen, Horizon2020 en het Europees fonds voor strategische investeringen (EFSI) moeten complementair zijn bij het bereiken van gezamenlijke doelen en prioriteiten. De Nederlandse overheden willen dat hierin meer nadruk wordt gelegd op innovatie en duurzaamheid.

 

Vereenvoudiging

De Nederlandse overheden wijzen in hun gezamenlijke positie daarnaast op het belang van vereenvoudiging. De huidige administratieve lasten zijn namelijk buiten proportioneel. Om ervoor te zorgen dat de implementatie en uitvoering van ESI-fondsen effectiever en efficiënter wordt, moeten de regels ingrijpend versimpeld worden en de audit kosten sterk omlaag. Nederland pleit voor risico gebaseerde differentiatie bij de verantwoording. Dit zorgt voor een eerlijkere mate van proportie in de verantwoording, zonder dat de risico’s van onrechtmatige uitgaven van EU-middelen worden verhoogd.

 

Vervolg

In 2018 komt de Europese Commissie met beleidsvoorstellen voor de Europese structuur- en investeringsfondsen na 2020, als onderdeel van het nieuwe Meerjarig financieel kader (MFK). Op 26 en 27 juni 2017 organiseert de Commissie een Cohesieforum. De belangrijkste stakeholders worden gevraagd input te leveren. De gezamenlijke Nederlandse overheden gebruiken dit paper om hun mening over de gewenste hervormingen duidelijk in te brengen.

 

Door:

Ilse Buijs, Huis van de Nederlandse Provincies

Meer informatie:

Gezamenlijk positie Nederlandse nationale, regionale en lokale overheden over hervorming van ESI-funds post-2020.

Bron: De Europese Ster, nr. 868